CANTO OSTINATO
Het bekendste werk van Simeon ten Holt is Canto Ostinato (1977-1979), en de populariteit ervan is alleen maar toegenomen. Ten Holt schreef Canto Ostinato nadat hij was gestopt met het serialisme. Canto is al spelend op het klavier ontstaan en hij duidde de opbouw liever aan als de ontwikkeling van een genetische code.
Canto bestaat uit 106 secties van enkele maten in bes mineur. Uiteindelijk was het componist Andries Hubers, die de secties samenvoegde tot een partituur. Daarna bewerkte ten Holt de partituur nog vaak, zodat er uiteindelijk meerdere versies van het stuk ontstonden. Hij zegt over de stukken voor vier vleugels: “Mijn pianowerken, met name die voor vier vleugels, zijn enorm orkestraal. De piano’s vormen een orkest, zoals dat verder niet bestaat. Daardoor heb ik geen echt orkest meer nodig.”
De partituur van Canto Ostinato heeft 1 hoofdpartij, aangegeven met accolades. Deze vormt de basis van de compositie en zo is het ook door 1 pianist te spelen. Onder de hoofdpartij is een extra partij voor de linkerhand en boven de hoofdpartij zijn twee partijen voor de rechterhand. Door de verschillende variaties kunnen de spelers kiezen. Ten Holt gaf veel vrijheid aan de uitvoerenden: het aanleggen van de accenten, welke secties ze willen spelen, hoe ze omgaan met herhalingen. De partituur diende meer als schets te worden benaderd, dan als voorschrift. Daarentegen hebben de verschillende secties vaste plekken in de progressie van het stuk, die niet verwisseld kunnen worden zonder de melodie te breken. Ten Holt was ook duidelijk in het aan te houden tempo en stond afwijzend tegenover improviseren in de zin van eigenhandig noten toevoegen. De speelduur kan variëren van zestig minuten tot enkele uren. Over de lengte van de uitvoeringen zegt ten Holt in zijn Memoires:“Ook de veronderstelling van hoe-langer-hoe-beter is een vergissing als de spanning tussen twee tijdpunten ontbreekt en er niet meer klinkt dan zinloze herhaling van hetzelfde.”
Canto Ostinato (letterlijk vertaald: aanhoudend gezang) is een compositie over tijd, ruimte en een eeuwigdurende beweging. Simeon ten Holt componeerde het werk in de jaren 1976-1979 voor toetsinstrumenten, bij voorkeur uit te voeren op vier piano’s. De stijl van de compositie is enerzijds traditioneel in het gebruik van akkoorden en de wetten van de harmonieleer, anderzijds is het vernieuwend omdat het begrip tijd een eigen leven gaat leiden, een enorme dynamiek krijgt en uiteindelijk vorm en inhoud bepaalt. De componist zegt zelf over het werk: “Tijd wordt de ruimte waarin het muzikale object gaat zweven.” Canto heeft geen haast. Er kan niet over tijdsduur worden gesproken. Uitvoeringen hebben meer het aspect van een ritueel dan van een concert.
De pianisten moeten goed op elkaar letten, elkaar signalen geven, en beurtelings de leidende partij op zich nemen en op elkaar reageren. Ten Holt noemt dat de ‘rotondementaliteit’. Hij zegt over het samenspel: “Het middendeel van Canto Ostinato, kun je bijvoorbeeld gebonden spelen, maar ook plotseling staccato en dan geeft dat een sterk klankkleur verschil. Het gaat in mijn stukken om een sociaal proces, waarin de spelers elkaar moeten vinden. Ik heb dan ook wel goede pianisten nodig, maar geen sterren, want sterpianisten zijn te individualistisch en te zeer solisten. Bij mij moeten ze een interactie met elkaar aangaan. Dat is het geheim!”
De muziek van Simeon wordt gekenmerkt als postmodernistisch en organisch van aard. Het succes van deze muziek kan worden verklaard met dit kenmerk in het achterhoofd, omdat het op een emotioneel niveau contact maakt met het publiek en ze meeneemt op een unieke reis door een muzikale ruimte.